Gedoe in de wereld, ik ga voetballen…
28
februari, 2017
Geluk
Voor iedereen die stelt dat de wereld een nare plek is, je hebt gelijk. En ongelijk. Dat leerde ik tijdens een onverwachts potje voetballen.
Er is veel gedoe in de wereld op dit moment. Trump aan de macht in Amerika en al het nieuws eromheen vind ik toch behoorlijk spannend. Binnenkort zijn hier ook de verkiezingen en Wilders staat bovenaan in de peilingen, zijn voorstellen om de grondwet aan te passen zitten bij mij niet lekker dus ook dat vind ik spannend. Dan een random nieuwsapp en ook daar staat het vol met informatie over aanslagen, criminaliteit, hongersnood en allerlei andere rampen. En dan heb ik het nog niet eens over mijn eigen issues, die nietig lijken bij de rest van de wereld maar voor mij zijn ze behoorlijk impactvol. Hoe gaan mijn plannen lopen? Hoe ga ik zorgen dat ik gezonder leef? Hoe zorg ik dat ik meer tijd heb voor vrienden en familie? Heb ik wel genoeg geld voor wat ik wil doen? Aaaaah m’n kop knalt uit elkaar…
Wanneer ik weer eens koppijn heb van al die zorgen over mezelf, mijn omgeving en de wereld, ga ik wandelen. Het is een mooie na-winterse dag, het is nog koud, maar voorzichtigaan ontwaken er al groene knopjes aan de bomen na een lange winterslaap, zo ook de zon die ons koude kikkerlandje doet herinneren dat ze nog lang niet klaar is met schijnen. Ik loop in mijn blauwe winterjas door de Rosandepolder bij mijn huis en ik doe mijn oordopjes in, pak mijn iPhone uit m’n jas en zet weer eens lekker de Alan Watts podcast op om wat inspiratie op te doen. Ik kom aan bij een strandje en kijk uit over het meertje wat fonkelt in het zonlicht.
Opeens hoor ik door de ondeugende stem van meneer Watts heen: “hmhmmmm, hmhmmm!” Ik doe een oortje uit om het beter te verstaan. “Jongen, Jongen! Wil je met ons voetballen?” Op het grasveld naast het strandje staan twee jongens van ongeveer een jaar of 9, beide jongens hebben lange haren, een donker, de ander blond en hij heeft de bal. Ik ben in een yolo bui, dus ik ga ervoor. Zij twee tegen mij. “Hoe heet jij?” Vraagt het blonde jongetje. “Kai, en jij?” “Wat cool! Dus jij heet net als de Lego Ninjago!!! Ik wil ook zo heten, maar ik heet Kees en dat is Flint, ik noem hem Flintekind.” “Aangenaam, Kees en Flintekind! Klaar om ingemaakt te worden?” Ik klink hier misschien heel stoer (ahum), maar mijn voetbalkwaliteiten zijn allerminst om over naar huis te schrijven. Als kind heb ik jarenlang gevoetbald, totdat mijn zusje ging voetballen en zij na een maand of twee duizend keer beter was dan ik, dat luidde het einde van mijn voetbalcarrière in. Terug naar het verhaal, dus ik voetballen met Kees en Flint en hoewel de grond ongelijk was, ik uitgleed over een glad stuk en de wedstrijd verre van spannend was, merkte ik dat mijn koppijn minder werd. Sterker nog, het was heerlijk om weer even buiten te voetballen, de bosjes in te duiken om de bal te zoeken en met schrammen op m’n armen triomfantelijk uit de bosjes te verschijnen met de hervonden trofee in de vorm van een plastic bal. We hadden kleine gesprekken zoals over mijn zusje die enorm goed is in voetballen (Kees vroeg om haar handtekening) en over de regels die er elke keer bij werden verzonnen om mijn doelpunten ongeldig te verklaren. Gaandeweg gebeurde er iets magisch: mijn zorgen verdwenen als sneeuw voor de zon.
Zo voetbalden we een tijdje door totdat het moment daar was om voor het winnende punt te spelen. Kees stond op goal, Flint in de spits en zij mochten uitnemen. Kees speelt de bal naar Flint, Flint maakt een actie rechts van me en Kees loopt naar voren aan mijn linker kant (zoals ik hem net had geleerd). Flint maakt een beweging dat hij naar Kees zou spelen, maar dat doet hij niet, ik trap erin en Flint scoort. Ik verlies het potje en ik mag van het veld afdruipen. Ik bedank de jongens voor het fijne potje voetballen en ga verder met mijn wandeling, maar nu een stuk vrolijker dan voor het potje voetballen. Verloren en toch gewonnen! Bedankt jongens 😉 Vanuit de verte roept Kees mij na: “Vergeet me niet de handtekening van je zus te sturen! Ik woon hier om de hoek!”
Op de terugweg naar huis besef ik me wat Kees & Flint me hebben geleerd. Hoe het gaat met de wereld, is een kwestie van perspectief. Je hebt het perspectief van het nieuws en het internet, gedoe, wantrouwen, boze mensen, angst, naarheid alom. En je hebt het perspectief van Kees & Flint. Deze jongens kenden mij niet, toch mocht ik meedoen. Ook in hun wereld is Trump aan de macht, maar heeft dat invloed op hun directe omgeving? Nee. Dus interesseert het ze niet. Ik wil hiermee niet zeggen dat je je ogen moet sluiten voor de rest van de wereld, ik wil alleen zeggen dat het perspectief van Kees & Flint net zo waar is en dat vergeet ik nog wel eens. Dat als ik opsta van achter mijn computer, mijn telefoon even met rust laat en simpelweg om me heen kijk, dat het allemaal eigenlijk best goed en rustig is.